
Op 1 juli nam Pauline Meurs afscheid als hoogleraar Bestuur van de Gezondheidszorg bij de Erasmus School of Health Policy & Management van de Erasmus Universiteit. Ze was 52 jaar actief in wetenschap, beleid en bestuur en op de grensvlakken van onder meer die drie gebieden. In haar afscheidscollege waarschuwde ze voor een onjuist begrip van grenzen in en aan de zorg en voor de gevolgen daarvan.
Het is belangrijk om grenzen te bespreken, legde Meurs uit, en haalde daarbij de Franse filosoof en journalist Regis Debray aan die onderscheid maakt tussen muren en grenzen. ‘Vrij vertaald: muren zijn bedoeld om menselijk verkeer te blokkeren, grenzen zijn bedoeld om dat verkeer te reguleren. Waar muren dingen tegenhouden, hebben grenzen juist de functie om een gereguleerde overgang mogelijk te maken. In de publieke meningsvorming lopen beide voortdurend door elkaar, want bij een grens denkt iedereen tegenwoordig aan een hek of een muur. In de zorg is dat ook zeer herkenbaar: het protocol wordt een gedragsvoorschrift, de financieringsregels een onneembare vesting. Het onderscheid tussen formele en informele zorg eerder een hoge muur dan een doorlaatbare grens. Juist de erkenning van grenzen is de beste remedie tegen de epidemie van muren, aldus Debray.’
Besturen als grenswerk
Ze verkende vervolgens met haar gehoor de (historische) ontwikkelingen, verschuivingen en dilemma’s in het grenswerk van zorgbestuurders. Denk aan het grenswerk tussen bestuur en toezicht, bestuur en professie, beleid en uitvoering en besturen op de grens van interne en externe omgeving. Daarbij riep ze ook expliciet en niet voor het eerst op oog te houden voor de grens tussen het ambt van bestuurder en de persoon van de bestuurder die dat ambt vervult. ‘Er wordt tegenwoordig grote waarde gehecht aan authentiek leiderschap, aan de persoon van de leider, aan zijn of haar moreel kompas. Ik heb daar helemaal niks mee.’ Ze waarschuwde: ‘Met een roep om authentiek leiderschap is de kans te groot dat ideaal, persoon en macht met elkaar worden verward.’
Zorg verlenen over grenzen
Dan de zorgverlening. Ook daar zijn grenzen aan de orde van de dag. ‘Zorg verlenen over grenzen is vooral in de ouderenzorg een lastige opgave.’ Daar is het onder meer van belang dat grenzen geslecht worden waar het gaat om het delen en verdelen van taken en verantwoordelijkheden. Want het beleid is gericht op het uitstellen van intramurale zorg. Dat heeft gevolgen voor de inzet van schaars medisch en verpleegkundig personeel. Ouderen gaan pas naar een verpleeghuis ‘als het thuis echt niet langer gaat’, met als gevolg veel zeer zieke en zorgbehoevende cliënten zowel thuis als in het verpleeghuis. Onderzoek door ESHPM laat echter zien hoe specialisten ouderengeneeskunde uiteenlopende eisen stellen aan de inzet van verpleegkundig specialisten en physician assistants. ‘De bereidheid om verantwoordelijkheden te delen of over te dragen is er bij de specialisten ouderengeneeskunde nog onvoldoende.’
De groeiende vraag naar zorgpersoneel is niet alleen een schaarsteprobleem, maar ook een opdracht om het huidige beroepenhuis te herijken,’ stelt Meurs. ‘De grenzen tussen beroepen dienen opnieuw verkend en verlegd te worden. Het zorgpotentieel kan dan groter worden, maar vooral ook veelzijdiger.’
Ook de grens tussen formele en informele zorg verdient aandacht. ‘Grensverkeer tussen mantelzorgers, ervaringsdeskundigen en beroepsbeoefenaren vindt volop plaats.’ Ze wijst er echter ook op dat informele zorg geen panacee is. ‘Informele zorg en formele zorg zijn elkaars voorwaarde en er wordt heel veel informele zorg verleend. Maar nog is het niet genoeg: in zowat alle beleidsnota’s wordt gesteld dat ‘burgers meer zelf moeten doen’, dat de zorg meer en meer een eigen verantwoordelijkheid is van de burgers zelf. Het lijkt wel of informele zorg, in de ogen van beleidsmakers, oneindig kan worden opgerekt. Het aanscherpen van de grenzen van de zorg mag niet worden afgewenteld op burgers die dan maar buiten de zorg en bij elkaar hun heil moeten zoeken.’
De beleidsarena
In de beleidsarena is het thema ‘grenzen aan de zorg’ topprioriteit. ‘Ombuigen, veranderen, herijken, bezuinigen, transformeren! Recente beleidsprogramma’s van de overheid laten dat goed zien. Kies Beter, Zinnige Zorg, De Juiste Zorg op de Juiste Plek, Passende zorg. De benaming is anders maar de intenties zijn gelijk. Nu staat ‘Passende zorg’ centraal: zorgaanbieders moeten stoppen met behandelingen waarvan ze niet weten of ze wel werken.’ Alsof daarin een scherpe grens te trekken is. ‘Ondanks vele onderzoeken die laten zien dat zorg contextueel is, dat de betekenis van zorg gevarieerd is en dat er verschillende genres van het goede zijn, zijn beleidsmakers er toch altijd op uit om de precies passende deksel op het potje te vinden.’
Meurs vreest dat Passende zorg vooral een disciplineringsinstrument is met verdere uniformering als resultaat. ‘De grenzen aan de zorg zijn vooral financieel van aard. Waarom gaat het alleen over kosten die de pan uit rijzen en nooit over de opbrengsten die méér dan de pan uit rijzen? Die opbrengsten zijn immers enorm – helaas nooit goed becijferd. Denk aan de werkgelegenheid, de kennis, het innovatiepotentieel, de economische opbrengsten van een gezonde beroepsbevolking en nog veel meer. Als zorg ook als investeringsvehikel wordt gezien, komen andere beleidsopties in het vizier. Dan worden de grenzen van de zorg verkend in een gesprek over inhoudelijke afwegingen en prioriteiten voorbij het domein van de zorg. En dus voorbij de departementale grenzen. Dat gebeurt nu nog te weinig.’
Pauline Meurs Award
Bij haar afscheidscollege maakte ESHPM de instelling van de Pauline Meurs Award bekend. Een blijvende erkenning voor de unieke bijdrage van Meurs voor ESHPM en voor de Nederlandse maatschappij, aldus prodecaan Maarten IJzerman. De Pauline Meurs Award wordt jaarlijks uitgereikt voor een project waarin een verbinding tussen wetenschap en praktijk is gelegd en waarbij concrete verbeteringen zijn gerealiseerd voor de zorg, het zorgbestuur of de publieke gezondheid.
U kunt hier de afscheidsrede lezen.
U kunt de hier videoregistratie van de afscheidsplechtigheid terugkijken.