De kosten van dure geneesmiddelen stijgen jaarlijks met 100 miljoen. Dat legt een groot beslag op de ziekenhuisbudgetten. Op het symposium Dure medicijnen bogen verschillende stakeholders zich over het probleem. Bestuursvoorzitter Wouter Bos van VUmc wond er geen doekjes om. ‘In geen enkele sector zijn winsten van 20 tot 40 procent normaal, behalve in de farmaceutische industrie. Die winsten worden bovendien gemaakt met publiek geld. Ik vind dat een schandaal.’
Dure medicijnen worden overwegend in ziekenhuizen verstrekt. ‘De algemene ziekenhuizen zijn er 1,2 miljard euro aan kwijt, de UMC’s 609 miljoen,’ lichtte Bart Benraad toe. Hij is programmamanager Dure Geneesmiddelen bij Zorgverzekeraars Nederland. Het grootste deel komt voor rekening van geneesmiddelen tegen kanker (728 miljoen) en van geneesmiddelen tegen ontstekingsziekten zoals reuma en chronische darmontsteking (638 miljoen). De cijfers dateren van 2015. De jaarlijkse kostenstijging bedraagt 100 miljoen euro.
Inconsistent
Er is een grote toestroom aan nieuwe geneesmiddelen, maar de ziekenhuizen mogen budgettair maar beperkt groeien. Dat is een nadeel van het vergoedingssysteem, stelde Marja Pronk, van MH Pronk Healthcare Consultancy Foundation. Wat ook niet meehelpt is ‘de complexiteit en de inconsistentie van de beoordelingsprocedure’ van nieuwe geneesmiddelen, met name waar het om dure middelen gaat.
Er zijn drie trajecten, voor drie typen middelen. ‘Alle middelen voor thuisgebruik vallen onder het Geneesmiddelen Vergoedings Systeem (GVS) en moeten door het Zorginstituut gekeurd worden op therapeutische waarde en kosteneffectiviteit om te worden opgenomen in het basispakket. Zijn ze eenmaal goedgekeurd dan geldt er een open eind financiering.’
Kosteneffectief?
Intramurale geneesmiddelen, dus geneesmiddelen voor specialistische geneeskundige zorg, mogen na registratie direct in het pakket worden opgenomen om ze zo snel mogelijk beschikbaar te stellen voor patiënten. Middelen met een therapeutische meerwaarde en een kostenbeslag van ten minste 2,5 miljoen euro moeten later wel alsnog worden gekeurd door het Zorginstituut.
Pronk: ‘Dus kan het gebeuren dat een middel weer uit het pakket gehaald wordt als het niet kosteneffectief blijkt te zijn. Of dat je tien middelen van onder die grens van 2,5 miljoen euro hebt die misschien niet kosteneffectief zijn of waarvan de therapeutische waarde twijfelachtig is, maar die toch in het pakket blijven omdat ze nooit beoordeeld zijn.’
Hordenlopen
Intramuraal bestaat een afzonderlijk traject voor de zogeheten sluisgeneesmiddelen, veelbelovende maar zeer dure middelen die de minister niet meteen in het basispakket wil omdat de kosten daarvan hoog kunnen oplopen. Het Zorginstituut geeft prioriteit aan de beoordeling ervan. Tot die tijd blijven de middelen in de sluis, maar fabrikanten stellen ze wel alvast beschikbaar voor patiënten. Na een positieve beoordeling maakt het Buro Financiële Arrangementen Geneesmiddelen prijsafspraken met de fabrikant voor een periode van vier jaar. Daarmee wordt het sluisproces afgerond.
Fabrikanten klagen dat het sluistraject te lang duurt, soms één tot anderhalf jaar, en dat het een dure procedure is. Pronk is het daarmee eens. ‘Het hele systeem betekent: hordenlopen voor fabrikanten.’ Verder ziet ze door het budgetplafond bij ziekenhuizen het risico van postcodegeneeskunde ontstaan. ‘Stel: patiënten in Amsterdam kunnen een bepaald middel niet meer krijgen omdat het budget op is, patiënten in Groningen nog wel. Ook voor ziekenhuizen, artsen en patiënten is het dus hordenlopen. Je kunt je afvragen of de inhoud nog wel sturend is op de toelating.’
Koekoeksjong
Wouter Bos, bestuursvoorzitter van VUmc, had minder compassie met de farmafabrikanten. Bos, tevens voorzitter van de werkgroep Dure geneesmiddelen van de NFU en van huis uit econoom, schetste het probleem van de ziekenhuisbestuurder én de samenleving: ‘De kosten van geneesmiddelen stijgen tien keer harder dan de budgetten. Dure geneesmiddelen nemen een steeds grotere hap uit het ziekenhuisbudget. Het probleem is urgent.’
‘De farmaceutische bedrijven zeggen dat medicijnen maar een klein deel van de zorgkosten uitmaken. Maar dat deel groeit dus razend snel. Terwijl de totale zorgkosten al onverantwoord hard stijgen. Ze vormen het koekoeksjong dat de andere categorieën binnen de collectieve uitgaven het nest uitgooit. Verder zegt de sector dat als geneesmiddelen hoog geprijsd zijn, daar een goede reden voor is. De argumenten die daarvoor worden aangedragen, deugen echter niet.’
‘Wat de gek ervoor geeft’
‘In geen enkele sector worden zulke hoge winsten gemaakt als in de farmaceutische industrie, waar 20, 30 of zelfs 40 procent niet ongebruikelijk is. Er zit blijkbaar een hoop lucht in de markt. De laatste tien jaar is er ook geen enkele farmaceut failliet gegaan. Met de risico’s die fabrikanten zouden lopen op het mogelijk falen van een medicijn valt het dus nogal mee. De sector zegt daarnaast de hoge winsten nodig te hebben om te kunnen voorzien in de kapitaalbehoefte voor ontwikkelingskosten en innovatie. Ik ken geen sector waar die behoefte zo extreem is.’
En dan zijn er nog de niet te verklaren prijsverschillen tussen landen bij precies hetzelfde medicijn. ‘Het is wat de gek ervoor geeft. De relatie tussen prijs en kosten is lastig of niet te leggen.’ Bos zei het klip en klaar: ‘De farmasector maakt excessieve winsten met publiek geld. Ik vind dat schandalig.’
Lange adem
Maar duurzame oplossingen vinden op dit complexe dossier met zoveel – ook internationale – stakeholders, dat is een kwestie van lange adem. Pronk brak een lans voor vereenvoudiging in het systeem. ‘We zouden toe moeten naar één vergoedingssysteem voor geneesmiddelen.’ Samenwerken loont in ieder geval, daarover waren alle sprekers op het symposium het eens. ‘En graag meer prijstransparantie.’
In het aanbod van de farmasector om alleen betaald te krijgen voor middelen die werken, zag Bos niets. ‘Die worden dan juist duurder, want de winstmarges moeten hoe dan ook behaald worden.’ Meer kans maken volgens hem actief toezicht door mededingingsautoriteiten, bijvoorbeeld bij extreme prijsverhogingen waar geen enkele reden voor is, en meer aanbodconcurrentie.
Dit symposium werd georganiseerd door Expertisecentrum Healthwise van de Rijksuniversiteit Groningen, en het UMCG
www.rug.nl/healtwise
Momenteel wordt het Platform Inkoopkracht Dure Geneesmiddelen opgezet door kwartiermaker Chiel Bos. Dit platform moet ziekenhuizen en zorgverzekeraars een sterkere vuist geven in onderhandelingen met farmaceuten om de prijzen van dure geneesmiddelen omlaag te krijgen. Ook medisch specialisten, apothekers en patiënten worden hier nauw bij betrokken.