‘De houding tegenover disfunctionerende artsen is veranderd. Van naming and shaming zijn we toegegroeid naar het oppakken van een collectieve verantwoordelijkheid voor goed functioneren. Een positieve ontwikkeling.’ Dit zei Hilde Royen, internist in het Isala Ziekenhuis en daarnaast onder meer lid van de commissie Optimaal functioneren van de Nederlandse Internisten Vereniging, tijdens het congres Preventief en curatief omgaan met disfunctioneren.
Dagvoorzitter en voormalig hoofdinspecteur bij de Inspectie Wim Schellekens formuleerde het zo: ‘Disfunctioneren doe je nooit alleen. Het is iets dat wordt toegestaan door de omgeving.’ Dat bleek ook uit het verhaal van een ervaringsdeskundige arts. Zij vertelde hoe ze verslaafd was geraakt aan met name alcohol en hoe het kwam dat de situatie jaren kon voortduren. Daarbij speelde mee dat de omgeving de verslaving op enig moment in de gaten kreeg, maar niet ingreep.
Aanspreken
Uiteraard valt dat ook niet mee. ‘Want je bent niet echt voor rede vatbaar. Drank maakt dat je dingen doet die een normaal mens niet doet. Het is een soort sluipmoordenaar die in je kruipt en niet meer weggaat. Toch moet de omgeving een arts die disfunctioneert aanspreken.’ Het verbaast haar nog steeds dat dat in haar geval niet gebeurde.
‘Ik had weliswaar een solopraktijk, maar zat samen met andere zorgverleners in één pand. Ze bespraken mijn problemen met elkaar, maar vonden het mijn verantwoordelijkheid. Mijn huisarts, waar ik door mijn man naartoe gestuurd was, kon ik wijsmaken dat ik het allemaal prima onder controle had. De apotheken in de buurt, waar ik vaker dan normaal met door mijzelf voorgeschreven recepten voor slaap- en kalmeringsmedicatie kwam, gaven die medicatie telkens zonder aarzelen mee.’
Een vriendin wees haar op de AA, de Anonieme Alcoholisten. Ze ging. Onder protest. ‘Maar het is mijn redding geweest, tot de dag van vandaag. Ik ben nu al jaren clean en heb mijn leven, professioneel en privé, weer op de rit.’ Ze is dan ook zeker niet van mening dat verslaafde artsen niet te redden zijn. ‘Die moeten juist geholpen worden.’ Om die reden heeft de KNMG vier jaar geleden ABS artsen opgezet, een steunpunt voor verslaafde artsen. Doel is voorkomen dat artsen blokkeren door drank of andere verslavingsproblemen. De spreker/arts op dit congres is zelf ABS coach. ‘Tot nu toe hebben bijna honderd artsen hulp gezocht. ABS artsen voorziet dus in een behoefte.’
Subtiele signalen
De Orde van Medisch Specialisten (tegenwoordig Federatie Medisch Specialisten) heeft een aantal jaren geleden het Reglement Mogelijk disfunctionerend medisch specialist opgesteld. Dat reglement wordt in veel ziekenhuizen toegepast bij mogelijk disfunctioneren. In het Elizabeth-TweeSteden Ziekenhuis waren ze echter op zoek naar een procedure daaraan voorafgaand, die wat informeler was en waarin juist dat elkaar tijdig aanspreken centraal stond. Die hebben ze daarom zelf ontwikkeld. Joachim Tilanus, psychiater en voormalig stafvoorzitter: ‘We noemen het de Procedure subtiele signalen.’
Subtiele signalen zijn signalen uit de wandelgangen over een collega die steken laat vallen in de patiëntenzorg. Die kunnen informeel gemeld worden bij het stafbestuur. ‘Door iedereen, bijvoorbeeld collegae, raad van bestuur, de Verpleegkundig AdviesRaad, maar ook patiënten of huisartsen.’ Het stafbestuur beoordeelt de melding op basis van kwalitatieve (de ernst van de melding) en kwantitatieve (is hierover vaker gemeld?) criteria. Acht het stafbestuur de melding serieus genoeg, dan gaat die door naar de vertrouwenscommissie, die los staat van het stafbestuur en waarin naast een mix aan medisch specialisten ook een psycholoog zit.
De vertrouwenscommissie beoordeelt de melding eveneens en bespreekt die met het betrokken staflid. Een van de doelen van het gesprek is om indien nodig een verbeterplan te maken. ‘Na zes weken wordt de situatie geëvalueerd door de vertrouwenscommissie, samen met het staflid en eventueel de melder. Is het probleem adequaat opgelost en toont het staflid zelfreflectie, dan wordt de procedure, na terugkoppeling aan het stafbestuur, beëindigd. Alleen de procedure zelf wordt gedocumenteerd.’
Groepsdruk
Is het probleem niet opgelost, dan volgt een melding bij de maatschap of vakgroep. Die wordt op zijn beurt gevraagd een verbeterplan op te stellen, een evaluatiemoment aan te geven en daarover te rapporteren aan het stafbestuur. ‘Zo wordt een groep als geheel verantwoordelijk voor een probleem. We hebben meerdere malen gemerkt dat die groepsdruk werkt.’ Als echter dit verbeterplan evenmin tot een oplossing leidt, komt alsnog het Reglement mogelijk disfunctionerend medisch specialist op tafel en wordt het probleem naar het niveau getild waarop ook de raad van bestuur besluiten neemt.
‘Een mooie, laagdrempelige procedure,’ vond Wim Schellekens. ‘Weet IGZ hiervan?’ Tilanus: ‘Voor zover ik weet niet.’ Schellekens: ‘Het is tenslotte wel onderdeel van je governance.’
Iemand in de zaal, voorzitter van een stafbestuur: ‘Wij hebben eveneens zo’n soort driestappen-aanpak. Voordeel daarvan is ook dat je een dossier opgebouwd hebt voor het geval je toch moet ingrijpen op het niveau van de raad van bestuur.’
Dit congres werd georganiseerd door www.medilex.nl
Informatie over ABS artsen is te vinden op: www.knmg.artsennet.nl