De effecten van de transitie in de langdurige zorg kunnen zo fors zijn dat aanbieders erdoor in financiële problemen komen. Dat zei Marc Veldhoven, voorzitter van de raad van bestuur van ZuidZorg, tijdens het congres Transitie is nog lang geen transformatie. Ronduit zorgelijk vindt Veldhoven de betalingsmoraal van gemeenten. ‘En wie heeft gezegd dat de transitiekosten eenzijdig bij de aanbieders gelegd moeten worden?’
Zuidzorg, aanbieder van extramurale zorg, heeft zich de afgelopen jaren gedegen voorbereid op de transitie. ‘We hebben gereorganiseerd, geïnvesteerd in IT en we zijn samenwerkingsverbanden aangegaan. Inmiddels is de situatie echter zo dat we 30 procent minder huishoudelijke zorg leveren en 11 procent minder persoonlijke verzorging en verpleging. En wat de zorgverzekeraar betreft zou die 11 procent zelfs 20 procent moeten zijn.’
Minimumtarief
‘Daarnaast zien we een toename aan administratieve verplichtingen – we doen zaken met meer dan twintig Brabantse gemeenten. Driekwart van die gemeenten heeft ook nog eens een betalingsachterstand, en de betaling voor Begeleiding is uiterst onzeker. Ons weerstandsvermogen is intussen gedaald van 21 naar 11 procent. Kortom, we kunnen ons geen negatief resultaat meer permitteren. Met nog een keer een verlies van vijf miljoen lopen we wel tegen onze grenzen aan.’
Veldhoven ‘wil geen klagende zorgaanbieder zijn, maar wie heeft gezegd dat de transitiekosten eenzijdig bij de zorgaanbieders gelegd moeten worden? Ik stel voor dat we eerlijk delen: de overheid een derde, de zorgverzekeraars een derde en wij een derde.’ Daarnaast moet er een passend instrumentarium komen om in het huidige marktmodel fatsoenlijk te kunnen concurreren, ook op kwaliteit. ‘Zoals een minimumtarief van 25 euro voor huishoudelijke zorg. En schaf alfahulpconstructies af.’
Verantwoord opdrachtgeverschap
‘Een heel herkenbaar verhaal,’ reageerde een van de zorgaanbieders in de zaal. ‘Moedig dat je dit vertelt.’ Toch is dit niet overal de situatie, zo bleek uit de bijdrage van Eelco Damen, voorzitter van de raad van bestuur van Cordaan. ‘Veel organisaties staan voor de keus: wel of niet huishoudelijke hulp aan blijven bieden? Cordaan heeft er bewust voor gekozen de huishoudelijke hulp niet de deur uit te doen.’
‘We hadden kunnen zeggen: het is een ingewikkeld product gezien de tarieven, en het beslaat nog geen nog 10 procent van wat we doen – dus niet interessant. Maar wij vinden: praktische hulp thuis is ongelooflijk belangrijk voor mensen om zelfredzaam en zelfstandig te blijven. Wij zien het als onze verantwoordelijkheid om daaraan bij te dragen. En dan maakt het niet uit of je het zorg of schoonmaak noemt, dat is een domeindiscussie.’ Overigens heeft Cordaan vastgesteld dat ze dat niet alleen kunnen en willen. Incluzio, onderdeel van Facilicom, zal een meerderheidsbelang nemen in Cordaan Thuisdiensten.
‘Belangrijke voorwaarde om hulp thuis op een verantwoorde manier te kunnen blijven bieden is dat de gemeente Amsterdam zich opstelt als een verantwoord opdrachtgever. Dat betekent: reële tarieven hanteren en je committeren voor de langere termijn. Wij hebben de gemeente op zijn verantwoordelijkheid aangesproken. Die onderhandelingen zijn goed verlopen. We hebben nette tariefafspraken én meerjarenafspraken kunnen maken. Verantwoord opdrachtgeverschap bij gemeenten is cruciaal. Daar is momenteel veel discussie over, maar als er dat er niet is, gaat het niet lukken.’
Sober Duitsland
Marcel Ballas nam de aanwezigen mee de grens over. Hij is algemeen directeur van Lambertus, een zorginstelling in Hückelhoven. Ballas lichtte het Duitse systeem toe. ‘Pas sinds 1993 heeft dit land een verzekering voor langdurige zorg: de Pflegeversicherung, met drie zorggroepen, oplopend in zorgzwaarte.’ Overigens is die niet toegankelijk voor zelfstandigen, zij moeten een private verzekering afsluiten. ‘De Pflegeversicherung is soberder dan de Wlz en de eigen bijdragen liggen een stuk hoger.’
Belangrijk kenmerk van het Duitse systeem is dat er een groot beroep wordt gedaan op familie. ‘In Duitsland hebben kinderen een onderhoudsplicht ten aanzien van hun ouders. Als de ouders dus zelf de zorgkosten niet kunnen dragen moeten de kinderen bijdragen. Alleen als ook zij niet financieel draagkrachtig genoeg zijn, kan een beroep op collectieve middelen worden gedaan.’
Het aandeel private betalingen in de zorg ligt een stuk hoger dan in Nederland (22 versus 11 procent, aldus Ballas), onder meer vanwege de hogere eigen bijdragen. Daarnaast wordt zwaar ingezet op thuiszorg en wordt opvang in familieverband gestimuleerd, waardoor het beroep op de Pflegeversicherung procentueel lager is dan op de Wlz. Hij zegt niet dat we het Duitse systeem zonder meer moeten overnemen. ‘Maar deze twee factoren maken wel dat de kosten voor langdurige zorg daar veel minder hoog zijn, ondanks dat in Duitsland de vergrijzing verder is voortgeschreden. En Nederland zal toch verder moeten hervormen.’
Dit congres werd georganiseerd door Skipr