Het jaarlijkse NEVI Zorgcongres ging over meer dan inkoop alleen. Want als inkoop goed is voor 30 tot 40 procent van de uitgaven van instellingen en de inkoopfunctie steeds strategischer wordt, is het goed om na te denken over ontwikkelingen in de zorg en wegen te verkennen om de zorg duurzaam en robuust te maken.
Albert Arp is voorzitter van de raad van bestuur van ziekenhuis Sint Jansdal in Harderwijk. Hij schetste de visie en de strategische keuzes die Sint Jansdal heeft gemaakt om een renderend ziekenhuis te worden én te blijven en de kwaliteit van de zorg hoog te houden. Sint Jansdal is vorig jaar door Elsevier uitgeroepen tot beste ziekenhuis van Nederland.
Focus
Belangrijk is dat je scherp voor ogen hebt wie je wilt zijn, voor wie, en wat je daarvoor moet doen en laten. Keuzes maken dus. Arp: ‘Het kernwoord is: focus, focus, focus. Allereerst in je portfolio. Waar wil je kwalitatief de beste in zijn? Wij hebben ervoor gekozen te willen excelleren in onder andere mamma care en richten ons daarbij ook op patiënten buiten ons traditionele verzorgingsgebied. Zo kun je concurrerend zijn en extra inkomsten verwerven.’
Ook met veilige zorg wil Sint Jansdal zich onderscheiden. ‘Om maximaal zicht te krijgen op risico’s in de patiëntenzorg organiseren we bijvoorbeeld elke maand een kwaliteitsdashboard per vakgroep en per afdeling.’ Verder zet Sint Jansdal in op nieuw leiderschap. ‘We willen een High Performance Organisatie zijn en investeren een flink bedrag in de ontwikkeling van iedere leidinggevende.’
Om het beste ziekenhuis te blijven moet je af en toe ‘toch ook een beetje stout zijn?’ hielp dagvoorzitter Thomas Hofhuis. Arp wist waar hij op doelde: ‘Ja, we hebben op het NS Station in Zwolle op grote billboards reclame gemaakt voor onze uitstekende mamma care. Onze concurrenten in de regio vonden dat niet zo chique. Maar ja, ik ben de zoon van een melkman, en mijn vader reed ook wel eens een andere wijk.’
Verspilling aanpakken
Het moet gezegd: in de zorg vindt veel verspilling plaats, onder andere door soms doorgeslagen regelgeving. Minister Schippers heeft daarom het Programma Verspilling in de zorg gelanceerd. Er is een meldpunt op www.verspillingindezorg.nl, en op basis van de meldingen zetten veldpartijen samen met de programmaorganisatie acties in gang. Oplossingen en best practices zijn terug te vinden op de website.
Chiel Bos is stuurgroepvoorzitter Farmacie en Hulpmiddelen, een van de themaprojecten binnen het programma. ‘Een groot deel van de meldingen bij ons ging over de prescriptieregeling voor dure geneesmiddelen, met name oncologische middelen. Die zijn goed voor 20 procent van wat apotheken retour krijgen. Momenteel wordt bekeken of de uitgiftetermijnen aangepast kunnen worden.’
Een ander voorbeeld: de verplichting om scootmobielen na zes jaar te vervangen, is geschrapt. ‘Daar zijn veel euro’s mee gewonnen.’ En zo zijn er diverse acties ondernomen. Wel wijst Bos erop dat we er niet zijn met het aangereikt krijgen van oplossingen. ‘We moeten een antenne krijgen voor verspilling en ons telkens afvragen: zijn we zinnig bezig of is dat wat we doen zonde van het geld en de energie? Dat is een cultuurverandering.’
Technologie
Nick Guldemond, Associate professor Integrated Care and Technology aan de Universiteit Utrecht, ging in op de bijdrage van technologie aan duurzame en goede zorg. ‘We worden niet alleen steeds ouder, maar ook steeds zieker, om maar even met een positieve boodschap te beginnen. De huidige geïnstitutionaliseerde, monodisciplinair ingerichte zorg wordt daardoor onbetaalbaar.’ De oplossing zit volgens Guldemond in het creëren van lokale gemeenschapszorg. ‘Gezondheidscentra met multidisciplinaire teams dicht bij de burger.’
‘Informatiesystemen zijn daarin cruciaal. Zorg is een informatiegedreven proces. Het maken van afwegingen, besluitvorming, het gebeurt op basis van informatie. Informatie-uitwisseling kan door technologie sterk verbeterd en versimpeld worden. En tech helpt ook bij bijvoorbeeld zelfmanagement en monitoring. Kortom, technologie is een perfect middel om dit zorgmodel van de toekomst tot een succes te maken en de zorg robuust te houden.’