Minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn gaan de bestaande wet- en regelgeving rond goed bestuur in de zorg aanscherpen en beleidsverbeteringen doorvoeren om verdere professionalisering in bestuur en toezicht te bewerkstelligen. Fred Krapels, directeur Markt en Consument bij VWS ging nader in op de plannen tijdens de jaarlijkse uploadsessie van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en welzijn (NVTZ).
Het thema van de bijeenkomst was: Samenspel van toezichthouder en bestuurder bij transities in de zorg. Krapels: ‘De transities in zowel de curatieve als de langdurige zorg brengen met zich mee dat instellingen opnieuw moeten nadenken over hun missie en hun profiel. Dat vraagt om leiderschap, verdere professionalisering en permanente bijscholing van bestuurders en toezichthouders.’
En daarmee was hij aanbeland bij de brief die minister Schippers op 22 januari aan de Kamer heeft gestuurd en waarin ze ingaat op de vragen uit het Schriftelijk Overleg naar aanleiding van de brief Goed bestuur in de zorg. Er komt geen separaat wetsvoorstel Goed Bestuur, zo blijkt. Dat voornemen had de minister eerder wel. In de plaats daarvan komen de genoemde aanscherpingen en beleidsverbeteringen.
Speerpunten
Daarbij zijn vier speerpunten benoemd, waaronder het aanscherpen van de verantwoordelijkheden over en weer van bestuurders en toezichthouders. Daarnaast kunnen bestuurders en toezichthouders hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden bij een faillissement als gevolg van onbehoorlijke taakvervulling. Ook werkt minister Opstelten van Veiligheid en Justitie aan een bestuursverbod voor bestuurders die wanbeleid verweten kan worden.
De zorgbrede governancecode wordt uitgebreid met onder andere een vergewisplicht voor raden van toezicht bij de benoeming van bestuurders. De IGZ zal naleving van de code prominent gebruiken in haar reguliere toezicht en hanteert die als sectorbrede veldnorm.
Ruimte creëren
Derk Loorbach, directeur van DRIFT en bijzonder hoogleraar Socio-economische transities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, keek samen met zijn gehoor vanuit een wetenschappelijk perspectief naar transities. En ging vervolgens in op de vraag: een transitie managen, hoe doe je dat? ‘Daar bestaan geen blauwdrukken voor. Dat kan eenvoudigweg niet bij een proces wat zo complex en omvangrijk is.’
‘Durf te experimenteren,’ adviseerde Loorbach. Creëer ruimte voor nieuwe manieren van werken en voor een nieuw verhaal. Cultiveer nieuwe culturen, structuren en praktijken. En discussieer over het waarom en waartoe daarvan. Neem daar, zeker in het begin van het transitieproces, de tijd voor.’
Waakhondfunctie
Ook Pieter Bouw, voormalig president-directeur van KLM, voormalig toezichthouder en nu commissaris bij Nuon, pleitte ervoor in tijden van transitie de ruimte te nemen voor een fundamentele discussie. Een handig hulpmiddel daarbij is de driehoek strategie – structuur – cultuur. ‘Een eenvoudig model waarmee je kunt bepalen waar het om gaat in je werk. En niet structuur (ofwel de regels), maar strategie en cultuur zijn de belangrijkste punten van die driehoek.’
Hoe kunnen toezichthouders met die driehoek aan de slag en wat zijn daarbij essentiële onderwerpen in het samenspel met bestuurders? Bij het bepalen van de strategie is dat bijvoorbeeld het borgen van het publieke belang. ‘Toezichthouders hebben een waakhondfunctie in opdracht van de samenleving. En het publieke belang is niet: zoveel mogelijk euro’s krijgen.’ Bij het bepalen van de cultuur gaat het om gedrag. ‘Wees open en voorspelbaar, en geef bestuurders ruimte en vertrouwen.’
Een goede eigenschap van met name een voorzitter van een raad van toezicht is interventievermogen, stelt Bouw. ‘Hij moet ook vervelende beslissingen kunnen nemen. Een bestuurder die niet goed functioneert, laat je niet zitten. Daar wordt hij doodongelukkig van.’ Zorg verder dat je als toezichthouder toegang hebt tot het tweede echelon. ‘Laat dat af en toe aanschuiven bij een vergadering. Dat levert waardevolle informatie op over de organisatie.’
De brief van de minister kunt u hier lezen.
www.nvtz.nl