Zorgnetwerken, allianties, gedeeld leiderschap… De boardroom is allang niet meer de centrale plek van waaruit een zorgorganisatie wordt bestuurd. Tijdens het congres Professioneel Zorgbestuur lieten bevlogen leiders zien hoe zij zorgbestuur anno 2017 invulling geven, en samenwerking is daarin een wezenlijk element. Ernst Kuipers was een van hen. Hij werd tijdens het congres uitgeroepen tot Zorgmanager van het jaar.
Maar eerst liet Fred Schrander zien hoe hij bij ouderenzorgorganisatie Trivium Meulenbelt het coöperatief bedrijfsmodel had ingevoerd en wat dat betekende. ‘Alles en iedereen die waarde toevoegt aan de kwaliteit van leven van de cliënt wordt gemobiliseerd: de cliënt zelf, familie en mantelzorgers, vrijwilligers en natuurlijk de medewerkers. Iedereen krijgt een stem. De cliëntenraad praat bijvoorbeeld mee over toekomstig beleid. Op de (bestuurs)agenda staan dus geen onderwerpen als agile, scrum en kantelen, maar eenzaamheid, intimiteit, onbegrepen gedrag en palliatieve sedatie.’
VAR als beleidsadviseur
Om iedereen op de werkvloer, inclusief alle verzorgenden, zover te krijgen dat ze doelgericht input durven en kunnen leveren is er veel geïnvesteerd in scholing en ontwikkeling. ‘Je moet er een aantal jaren voor uittrekken, want het ontwikkelen van die rol vraagt wel wat van medewerkers. Maar het is prachtig om mensen zo te zien groeien.’
Werken volgens dit model houdt ook in dat je de Verpleegkundigen- en verzorgenden Adviesraad een stevige positie geeft en laat meebeslissen over de voorbereiding, bepaling, uitvoering en toetsing van beleid. ‘Niet alleen waar het gaat om zorgbeleid, maar ook over strategische onderwerpen. En de VAR heeft ook een stem gehad in de benoeming van de huidige raad van toezicht.’
Het coöperatief bedrijfsmodel levert de organisatie veel op. ‘Ruim voldoende vrijwilligers, actieve familieleden en mantelzorgers en medewerkers die zich betrokken en gewaardeerd voelen. Op medewerkerstevredenheid scoren we een 8.’ Volgens Schrander zorgt het ook voor een lage overhead van 7,5 procent en dus veel handen aan het bed, en tot structureel zwarte cijfers plus investeringsruimte. ‘Dat komt doordat ik me niet bezighoud met geldverslindende hypes als “Cliënt centraal” of “Zelfsturende teams”. Mijn devies is: niet reorganiseren, maar continu ontwikkelen, luisteren tot er eelt op je oren zit, en ondersteunen. En MBA jargon vermijden.’
Omzetdaling
In ziekenhuis Bernhoven in Uden zijn de medisch specialisten bijna allemaal in loondienst getreden. Daarmee hebben ze wel hun individueel ondernemerschap maar niet hun zeggenschap opgegeven. Integendeel, het traditionele ziekenhuisbestuursmodel is ingewisseld voor een directiecomité waarin twee medisch specialisten zitten namens hun collega’s, naast de directeuren ICT, Financiën en HRM, vertelde Peter Bennemeer die zelf directievoorzitter is en het nieuwe bestuursmodel heeft geïntroduceerd. De medisch specialisten zijn ook aandeelhouders geworden.
Deze nieuwe manier van samenwerken was nodig ‘om wég te komen van het almaar meer volume willen draaien en de weg te vinden naar kwaliteit als vliegwiel. Daar heb je de dokters voor nodig, zij weten als geen ander wat zinnige zorg is. Door de loondienstconstructie is de productiedrang verdwenen en zijn ze bereid te kijken waar bespaard kan worden op overbodige zorg. Daar lopen nu honderd projecten voor die zij hebben aangedragen en dat is nog maar het begin. We zijn inmiddels twee jaar verder en hebben een omzetdaling gerealiseerd van 12 procent.’ Het is even wennen: blij zijn met minder omzet. Maar Bennemeer riep zijn collega bestuurders op tot dapperheid op dit punt: ‘Als wij het niet doen, wie dan wel?’
Bruggenbouwer
Bennemeer was een van de genomineerden voor de Zorgmanager van het jaar award die tijdens het congres werd uitgereikt. De andere genomineerden waren Rob Hoogma, bestuursvoorzitter van gehandicaptenzorgorganisatie Siza en Ernst Kuipers, voorzitter van de raad van bestuur van Erasmus MC. De award ging naar Ernst Kuipers. De jury noemde hem ‘een bruggenbouwer, iemand die een voortrekkersrol vervult in het vernieuwen en verbeteren van zorg door efficiënte samenwerking met ziekenhuizen in de regio.’
Kuipers zelf over zijn aanpak: ‘Ontwikkelingen als de stijgende collectieve lasten en het ontstaan van nieuwe specialistische behandelcentra noodzaken ons tot de vorming van regionale zorgnetwerken. Daarbij moet je kijken naar waar de ander goed in is en naar waar jij goed in bent. Veel zorg kan in een algemeen ziekenhuis in de regio geconcentreerd worden. Het UMC is er specifiek voor de tertiaire en acute zorg.’
Verantwoording afleggen
De zorgbestuurders die tijdens deze bijeenkomst het podium betraden lieten zien kundige en bevlogen bestuurders te zijn. Tot zijn verbijstering moest Jos de Beer, directeur van de vereniging voor zorgbestuurders NVZD echter constateren dat geen van de drie genomineerde bestuurders zich nog had aangemeld voor accreditatie, hoewel Kuipers aangaf dat wel te zullen doen. Daarmee was meteen een van de kritiekpunten blootgelegd: niet iedereen vindt accreditatie nodig. Bennemeer: ‘360 graden feedback? Dat doe ik al twintig jaar.’
De NVZD benadrukt echter het belang van onafhankelijke toetsing. Christianne Lennards van Maxima Medisch Centrum, die als honderdste bestuurder werd geaccrediteerd, formuleerde het zo: ‘Wij nemen dagelijks allerlei mensen de maat. Waarom zouden we dat voor onszelf dan niet toestaan? De maatschappij vraagt daar ook om, en terecht.’
Verplicht
De Beer schetste de stand van zaken rond accreditatie. ‘Er zijn 130 bestuurders geaccrediteerd. Het streven van de minister was in 2018 vijfhonderd geaccrediteerde bestuurders te hebben en in 2020 alle bestuurders.’ Daar ligt dus nog een forse uitdaging, wist ook De Beer. Wel deelde hij vast mee dat de NVZD accreditatie verplicht zou gaan stellen voor leden. Dat voorstel werd inderdaad de volgende dag op de ALV aangenomen. Wat sectoren betreft is de VVT goed vertegenwoordigd. Wat betreft geaccrediteerde leden lopen de ziekenhuisbestuurders achter. Al met al stijgt het ledenbestand van de NVZD ‘en dat heeft te maken met de inzet op accreditatie.’
Bertine Lahuis, zorgmanager van het jaar 2016 en (geaccrediteerd) bestuurder van Karakter vroeg aandacht voor de stapeling aan professionaliseringstoetsen. ‘Ikzelf, bijvoorbeeld, ben bestuurder, psychiater en toezichthouder. Dan moet je dus telkens drie keer punten halen voor zaken waarbij je deels hetzelfde laat zien. Zou de NVZD dan niet wat creatiever in de methode kunnen zijn?’ De Beer: ‘Daar hebben we nu niet voor gekozen, maar wellicht is dat te zijner tijd iets om rekening mee te houden.’
Dit congres werd georganiseerd door Zorgvisie Congressen